Prijzen pas op de meet?
20 december 2016, door Roelof Koekoek.

Een bekende uitdrukking uit de sportwereld is, dat de prijzen pas aan de meet worden verdeeld. Tijdens de

afsluitende centrale speeldag van de districtsviertallencompetitie werd dit nog eens bevestigd door het team

PBC7 (Fred van Emmerik - Tom Mendel en Hans Lindhout - Jos van Schilt), dat begon op plaats 7 (van de 10)

en na de laatste twee wedstrijden op plaats 1 eindigde! Proficiat!

 

Echter, bij bridge kan soms bij de start al een belangrijke stap worden gezet. Sterker nog, soms wordt het lot

van een contract bepaald door de start! Het valt me vaak op, dat er aan de uitkomst niet zoveel aandacht wordt

besteed. Bovendien wordt daarbij nogal eens vastgehouden aan "regeltjes" en gewoonten, die misschien niet

altijd even goed zijn: "ik kom niet onder mijn aas/heer uit", "de tegenpartij heeft harten geboden" of "partner

heeft klaveren geboden".

 

Hoe bepaal je de juiste uitkomstkaart? Je laat je daarbij voornamelijk leiden door het biedverloop en je eigen

hand. Als partner een kleur heeft geboden, dan is er een groot verschil tussen een gewoon bod of een volgbod.

Een volgbod is veel vaker op een goede kleur gebaseerd! Sterker nog: een goede motivatie voor een volgbod is je

partner een geschikte uitkomstkleur te bieden. Maar als partner bijvoorbeeld 1 heeft geopend, dan zegt dit

vaak heel weinig over zijn/haar klaverenbezit.

 

Probeer je middels het biedverloop en je eigen hand ook een beeld te vormen van de hand van je partner. In een

biedverloop zoals 1 SA – 3 SA door de tegenpartij verwacht je in de gezamenlijke handen van je eigen partij

ongeveer 15 punten. Als je er zelf 12 hebt, dan hoef je bij je partner niet veel te verwachten. Kies dan een

uitkomst gebaseerd op je eigen hand. Heb je zelf echter maar 3 punten, dan zou je juist moeten overwegen om

"voor je partner te starten".

 

Ik heb een tweetal aardige voorbeelden geselecteerd uit de spellen van de afsluitende centrale speeldag op

zaterdag 10 december 2016.

 

Het eerste voorbeeld is spel 7 van de ochtendzitting:

 

Spel 7

 

Z / Allen

♠  A 6 4

 A H

 H V 7 4 3

♣  A T 8

 

♠  9

 V 9 8 6 4

 T 6 5 2

♣  H 4 2

♠  T 2

 B T 7 2

 A B

 V B 9 7 6

 

♠  H V B 8 7 5 3

 5 3

 9 8

♣  5 3

 

 

Bij ons was het biedverloop kort maar krachtig: zuid opent 3 en noord verhoogt tot 6 . Mijn redenering:

het biedverloop vraagt om een aanvallende start, troefstart is te passief. Harten onder de vrouw kan makkelijk

een slag weggeven en is dus te gevaarlijk. Een ruitenstart zet het ruitenbezit van partner op de tocht en kan

daarom ook makkelijk een slag weggeven. Klaverstart is dus aangewezen: als partner klavervrouw heeft, dan is

het zeker goed. Als klaverheer goed zit (voor de tegenpartij), dan geef je vaak niets weg en als de leider

klaveraas heeft, dan blijf je met heer-klein achter het aas zitten. Ik startte daarom 4 (we starten

"tweede-vierde"), maar zou in het geval van "kleintje-plaatje" of "eerste-derde-vijfde" met 2 starten.

Het contract kan nu niet meer gemaakt worden. In het hele veld (hoofdklasse en eerste klasse) is deze start

verder niet gevonden.

 

Het tweede voorbeeld is spel 1 van de middagzitting:

 

Spel 1

 

N / Niemand

♠  8

 T 9 6 4 3

 A B 9 8

♣  A V 3

 

♠  A T 6 4 2

 A V 2

 T 5 3

♣  B T

♠  H B 9 7 3

 5

 V 7 4

♣  H 9 6 5

 

♠  V 5

 H B 8 7

 H 6 2

♣  8 7 4 2

 

 

Op dit spel werd twaalf keer het contract van 4 bereikt en werd zesmaal het contract van 3 gespeeld.

Het contract van 3 werd in alle gevallen met een overslag gemaakt. Het contract van 4 werd zesmaal

gehaald en ging zesmaal eentje down na een hartenstart. Volgens Deep Finesse hebben OW maar recht op 9 slagen,

maar hierbij is de start weer cruciaal. De 4 slagen, waar NZ recht op hebben, zijn namelijk 3 ruitenslagen en

klaveraas.

 

Bij ons aan tafel werd het contract in west gespeeld en moest noord dus starten. Noord heeft 11 punten en zou

dus bij partner niet veel mogen verwachten. Een hartenstart kan daarom mijns inziens niet goed zijn. Het zet

de eventuele plaatjes van partner meteen op de tocht. Hetzelfde geldt voor een troefstart. Een klaverstart kan

heel gemakkelijk een slag weggeven. Een ruitenstart is dus aangewezen. In ons systeem met de "tweede-vierde"

afspraak heb je met B een prachtige start! Als de leider V duikt, heb je meteen 3 ruitenslagen plus

klaveraas. De leider speelt dus V genomen met H in zuid, gevolgd door 6 waardoor 10 bij

de leider eruit wordt gesneden. De enige legitieme speelwijze, die het contract van 4 doet sneuvelen.

 

Als het contract in oost wordt gespeeld (na een Muiderbergse 2 opening bijvoorbeeld), dan is de start veel

moeilijker. De enige downstart is dan klaveren, waarna noord aan slag komt met klaveraas. Noord moet dan wel met

B vervolgen om het contract down te spelen.

 

Roelof Koekoek